Welkom in de Middeleeuwen
Noa en Hinne doken een struik in. Toen er bijna een burger passeerde stapte Noa uit de struik en liep met een slakkengangetje naar de burger toe. Toen Noa naar de zak gouden duiten reikte trok de burger een peil en boog en schoot recht in de arm van Noa. Ze viel op de grond en huilde zo hard als ze nog nooit had gehuild. Hinne stond op en riep de burger na: “Hé! We zijn ook maar gewone struikrovers!” in eens stond de oude vrouw Wolga naast hun. Hinne schrok zich een hoedje en plofte op de grond naast een nog steeds huilende Noa. De oude vrouw hurkte naast de gewonden arm en trok met veel moeite de peil er uit. “AAUUW!! Niet zo hard!” schreeuwde Noa. Maar vlak daarna merkte ze dat het veel beter ging. Wolga legde wat kruiden op de wond en zei: “voortaan misschien een betere tactiek verzinnen…” en ze liep weg. Noa en Hinne haalde hun schouders op en gingen weer achter hun struik zitten.
Bij het koninklijke gezin liep ook niet alles op rolletjes. Marijn ontdekte dat regeren veel moeilijker was dan hij dacht. “WAT IK AL ZEI…” schreeuwde Marijn. “IK WIL OORLOG!!!!” Sophia keek angstig op van haar papier en zei: “Marijn we zijn klasgenootjes weetje nog?” Het angstaanjagende gezicht van Marijn veranderde in een niets begrijpend kinderhoofd. “we moeten het spelen! Anders kunnen we nooit meer terug en kan ik in mijn hele leven geen mobiel meer aanraken!” fluisterde Marijn dreigend. “Neem het niet zo serieus. Ik teken toch ook een poppetje op mijn perkament”, zei Sophia. “Als jij in dit dorp wil blijven wonen voor EEUWIG… mijn zegen heb je niet!” Mike kwam binnen stormen en zong een lied voor edele koning Marijn:
er
WAS EEN NAR OP EEN Accordeon .
EN
die hete Mike.
roosjes
zijn rood viooltjes zijn blauw.
Ik
blijf je altijd trouw
“dat was zeker… het aller slechtste lied dat ik in mijn hele leven heb gehoord!!” schreeuwde Marijn. En stuurde Mike met een diepe zucht de zaal uit.
Bij Sophie, Elvira en Sara
ging het ook niet al te best. Mokkend zaten ze met een emmer, een doekje en een
spons op de grond. “dit ga ik echt niet doen!” zei Elvira boos. Sara keek
Elvira verontwaardigd aan en zei: “we moeten wel… ” “anders kunnen we niet meer
terug!” vulde Sophie aan. “pff wat een gedoe ik dacht dat we net als twee jaar
geleden weer een beetje konden rond suffen!” zuchtte Elvira. “we moeten wel
doorgaan, als we over een uur niet klaar zijn geeft de koningin het bevel dat
Nordin onze kop er af moet hakken” schreeuwde Sophie recht in het oor van
Elvira. “niet die van jou… ” zei Sara en giechelde. Sophie bloosde. “Dit is
eigenlijk wel leuk” Gaf Elvira toe. “LETS GO CLEANING!!” gilde ze allemaal en
trokken de sponzen uit de emmers.
Terwijl Nordin boomstronken aan het omhakken was met zijn gigantische bijl kwam er een enorme groep mensen op hem afgestormd: “BEUL!! JE MOET EEN GALG BOUWEN” Schreeuwde een vrouw met grijs haar. “galg…” mompelde Nordin. “galg…VOOR WIE? ” vroeg hij met enigszins wat paniek in zijn stem. “die gek daar” zei een magere man met een stok en wees op… ANUPAM!!!! Nordin sloeg zijn handen voor zijn gezicht en loog: “oké morgen is de galg klaar...” De groep mensen juichten en liepen huppelend terug naar hun huisje. “een galg.. mijn knutselwerkjes zijn al lelijk… hoe maak ik dan in hemelsnaam een galg..” mompelde Nordin en pakte een blok hout om te gaan bouwen. “Anupam ophangen… ik kan ver gaan, maar dat doe ik nooit” mompelde hij weer en ging verder zoeken naar nog meer balken.
Anupam zat alleen, vastgebonden aan een paal, met rottend fruit over zich heen. Hij had in de schandpaal gezeten. Er kwam een woeste man op hem afgelopen: “Jij komt mee met mij…” zei hij met een brommerige stem. Hij sleurde Anupam aan een touw naar een grot. “moet ik hier slapen?” vroeg Anupam met een bang gezicht. De grot werd dichtgetimmerd en het werd donker.
Het kasteelpersoneel ging die dag daarop door het
lint. De keuken was ranzig en de kalkoen die Britt bereid had was aangebrand. De
hal was alleen maar ranziger geworden omdat alles was overgelopen met water dat
regelrecht uit de sloot was gehaald. De dienstmeisjes hadden namelijk gezegd
dat ze de waterput niet konden vinden. Sophie was is slaap gevallen in een
emmer en Elvira en Sara hadden de nacht doorgebracht in de houten teil waar al
Wendy’s fluwelen jurken in waren gedumpt. Omdat het personeel geen uren
draaiden, oftewel aan het maffen was op welke plaats dan ook, had Wendy die dag
doorgebracht met een gordijn om haar lichaam. Mike had een uur met een
schrijfveer aan tafel gezeten denkend aan een geweldig lied maar had nog niets
meer bereikt dan:
rozen
zijn rood violen zijn blauw… Marijn had
hem al twintig keer de zaal uitgestuurd. Als hij die dag daar op geen zinnig
lied geschreven had werd hij overgeleverd aan Nordin! De ridders Roan en Mark
hadden geen goeie eerste ontmoeting gehad met hun paard. Die had hen tegen de
schenen getrapt. Daardoor zaten ze nu al een aardige periode in de stal (ver
van het paard) te tukken. Sophia’s hoofd zat helemaal onder de inkt inclusief
haar handen en de twintig rollen perkament dat ze ook had verknoeid. Ook haar
werk ging dus vreselijk.
Maar niet alleen het personeel had het zwaar, ook gewone stadbewoners die werk moesten verrichten, hadden nu al weer spijt dat ze de juf overgehaald hadden. Nilasha had een eigen herberg en had totaal geen idee hoe ze drank moest brouwen. Anupam wachtte nog steeds in een dicht getimmerde grot totdat Nordin hem zou verlossen van dat gene waar hij de hele dag over na had gedacht: de galg. Hij had gezegd: “hou je mond maar, want ik ben Antonius de zwerver! ” hij was daarna al snel weggerend met een giechel face maar dat was al snel veranderd toen er een menigte met hooivorken en fakkels op hem was afgestormd. Hij had het tegen de verkeerde persoon gezegd, tegen het hoofd van de schout en schepenen. Paul, Lisa en Daphne waren vlak daarna opgeroepen door hun buren om hun hooivork te pakken en achter Anupam aan te gaan. Ze hadden dat wel gedaan, maar onopvallend achter in de rij. Nordin had een nacht de tijd gehad om een galg te bouwen. Maar verder dat een V vormig houten figuur was hij niet gekomen. Juf Helen kwam aan wandelen. Nordin keek geërgerd op. “Lukt het?” vroeg Juf Helen “nee ”zei Nordin geïrriteerd. “laat me je helpen..” zei de juf. Antwoord: “nee zeg ik toch!” even keek Nordin bedenkelijk op en zei toch: “als je binnen nu en een middag een werkende galg kan bouwen dan kan ik je hulp gebruiken!” zei Nordin nog bozer die het blok hout op de grond smeet. “dat gaat toch lukken!” zei juf Helen een stuk positiever dan Nordin en samen gingen ze verder met bouwen.
Het koninklijke gezelschap was oververmoeid. Marijn keek met een rood hoofd Sophia aan. “WAAROM WERK JE NIET!!!??” Wendy zat op haar troon in haar gordijnjurk en keek zorgvuldig naar de ruzie. Rodrick en Jet waren ongeveer de enige die het naar hun zin hadden en liepen hand in hand in de kasteeltuin rond. “Zij hebben tenminste wel verkering ” zei Marijn en keek met een zucht uit het raam.
Ook de andere welgemanierde familie oftewel: Martha, Jasper en Julia, hadden het ook niet echt naar hun zin. Julia en Martha deden wat naaiwerk maar hadden al 3 keer een naaldprik opgelopen. Jasper was op jacht maar kwam enkel thuis met een paar stevige wonden…
“Moeilijkheden in deze tijd moesten wel ontstaan!” zei
juf Sylvia die op het plein een groot aantal burgers zag juichen om de galg.
Toen Anupam de menigte in liep, werd ie bekogelt met nog meer rotte eieren en
fruit. Wel 300 mensen vormden een zwerm om Anupam heen, hij was niet meer te
zien. De schout en schepenen gingen naar Nordin en zeiden: “beul wat heeft dit
te betekenen nu weten we niet meer wie de dader is.” “maar ik wel!” zei Nordin
ineens opgetogen. “dit is hem!” Nordin wees op een zwak jongetje van amper 7 dat
duidelijk de pest had. samen met wat mede burgers trokken ze het jongetje (dat
niet Anupam was) mee naar de galg. “ik was het niet!! ik was het niet!!”
krijste het jongetje. Zijn lichaam werd over de ruwe stenen getrokken naar de
galg. “ik was het niet!!!!” gilde het jongetje overstuur en stribbelde tegen.
Nordin keek triest naar het jongetje en fluisterde. “het kan niet anders…” de
strop werd om zij nek gehangen.
De klas was ook gekomen en keken overstuur naar
het krijsende jongetje die het niet had gedaan. Marijn zat op zijn troon die
helemaal vooraan bij de galg was gezet. Nordin rijkte zonder te kijken naar de
strop en…“WACHT!!” schreeuwde Marijn. Alle hoofden draaiden geïrriteerd naar
de koning. “je verpest het spektakel!!” zei een vrouw met lang lijzig haar.
Marijn liep naar voren en ging bij het jongetje staan die nog steeds angstig
met zijn hoofd in de strop zat. “Wat gaan u doen zziijne majesssteitt ”
stotterde het jongetje. “wacht maar af” zei Marijn met het idee dat hij
eindelijk iets nuttigs te betekenen had voor het volk. “deze schoft!” begon Marijn.
“deze schoft heeft het gewaagd om helse dingen uit te spreken over de schout en
schepenen. Zoals jullie zien leidt deze duivel aan de pest. Hij trok het vod
wat het jongetje kleren noemde van het lijf en toonde het volk de zwarte plekken.
“Wij laten hem lijden en dan zullen wij zien of god hem genade schenkt.” Marijn
was overtuigt van zichzelf, sinds wanneer was hij zo slim? “boeeeee!!” riep het
volk.
“Dit is mijn beslissing en zo houd ik het!!!” het volk
was boos maar dat maakte Marijn niks uit want het belangrijkste was: Marijn had
zijn taak als koning juist volbracht. Hij wist nu eindelijk wat hij moest doen
met een belangrijke taak als koning. Het jongetje liep naar Marijn toe om hem
te bedanken. Hij graaide in zijn broekzak en gaf Marijn 2 koperen munten en een
dennenappel. Marijn nam het niet aan. Wat hij wel deed was Renske een seintje
geven. Renske liep naar het jongetje en Marijn toe. “wat is er?” vroeg ze niets
begrijpend. “maak dit jochie beter.” Beval de Koning en Renske, het kruidenvrouwtje,
nam hem mee om beter te maken. Toen liep het oude vrouwtje Wolga naar de
Koning en zei: “Je hebt het goed gedaan, jij hebt je taak volbracht. Je hebt
levens gespaard.” Ze spelde een eikel op de mantel van Marijn en vervolgde: “ga
zo door en neem de leiding, doe je dat niet neem ik de eikelbadge weer van je
af en ben je weer bij vooraf aan.” Marijn knikte en liep naar de groep. Alles
ging weer goed. Want de taak was volbracht en Anupam was vrij!